Doen! Tuinvogels voeren!

Doen! Tuinvogels voeren!

Help de vogels in de winter. Verwen de tuinvogels met vogelvoer en door de nestkasten schoon te maken of op te hangen. Daarmee slaat u ook nog eens twee vliegen in een klap: u beleeft veel plezier aan al dat gefladder en getjilp en u heeft extra bondgenoten in uw strijd tegen tuinplagen als slakken en buxusmotten. In ons tuincentrum in Sint-Pieters-Leeuw vindt u allerlei soorten vogelvoer en nestkasten.

Vogelvoertips

  1. Helemaal hip en een groot succes bij tuinvogels is vogelpindakaas. Gebruik nooit gewone pindakaas, want daarin zit zout en dat is zeer ongezond voor vogels. Vogelpindakaas is er zelfs met meelwormen, bessen of insecten.
  2. Pinda's vallen ook in de smaak. Koop een zak vogelpinda's en rijg er met de (klein)kinderen een slinger van die u in de pergola of boom drapeert. Voor de pinda's zijn allerlei verschillende voedersilo's en -schalen verkrijgbaar, in allerlei materialen, vormen en prijsklassen.
  3. Maak zelf vetbollen of koop kant-en-klare vetbollen voor wanneer het echt koud is. Maak samen met de (klein)kinderen eens mooie muffin- of koekvormen, bijvoorbeeld in de vorm van een ster, die u vult met ongebruikt en ongezouten frituurvet, zaden en gewelde rozijnen. Gebruik ongeveer één deel frituurvet op één deel zadenmengsel en rozijnen. Smelt het vet in een pan, voeg daar al roerend de zaden en rozijnen aan toe. Laat het mengsel een beetje afkoelen en giet het in de vormpjes. Leg een stevige katoenen draad of stuk touw in het midden van de vorm en laat deze minstens een paar uur afkoelen. Hang de vetfiguren vervolgens aan de pergola of een boomtak.
  4. Fruitig krachtvoer is niet alleen voor ons, maar ook voor tuinvogels een gezond onderdeel van het dagelijks menu. Heeft u geen bessenstruiken als een vuurdoorn, bottelroos, meidoorn of lijsterbes in de tuin, verwen de vogels dan met stukjes appel, appel- en perenschillen, druiven, stukjes kokosnoot en rozijnen of krenten.
  5. Wees zo scheutig en kwistig als u wilt of kunt zijn met het voeren van de tuinvogels met vogelvoer, want in tegenstelling tot onszelf weten ze precies wanneer ze genoeg gegeten hebben. Ze zullen zich dus niet tonnetje rond eten.